vrijdag 25 januari 2019
































 




2 opmerkingen:

  1. (Ik heb me eigenlijk enkel gefocust op de foto waarbij de mens en het skelet een hand geven omdat die mij het meest intrigeerde.)

    Wat direct opvalt is dat elk hand iets te vertellen heeft. De hand van het skelet, van een dood persoon dus, heeft in zijn leven van alles meegemaakt. Het is onduidelijk wat en hoe, maar het intrigeert toch ten zeerste. De hand van de persoon is ook geen “standaard” hand. Er staan heel wat tekeningetjes op, verschillende opvallendere juwelen en elk van die extraatjes maakt het specialer en tegelijk interessanter. Handen met verhalen dus.

    Je wordt ook meteen getroffen door het feit dat “leven en dood hand in hand samengaan”. In dit geval heel erg letterlijk. Er bestaat geen leven zonder dood en omgekeerd net hetzelfde. Ieder mens heeft de maken met deze natuurlijke wet, niemand kan eraan ontsnappen. We zullen er dus mee moeten leren omgaan, ook al is dat niet altijd de prettigste gedachte.

    Wat Hegel te zeggen zou hebben is - zoals altijd – dat het een bewijs is van de menselijke vrijheid, de vrijheid van de Geest. Dit werk staat weliswaar ver verwijderd van de romantische kunst, maar dat maakt geen verschil. Het is en blijft de noodzakelijke stap naar zelfbewustwording.

    Die zelfbewustwording zit ook absoluut vervat in de inhoud van het werk. Zoals ik eerder al beschreven heb is er in het werk een heel sterk verband tussen leven en dood aanwezig. Het inzicht dat iedereen ooit zal sterven en jij dus ook is noodzakelijk om tot die zelfbewustwording te komen. Als je niet tot het besef kan komen dat je ooit zal sterven, leef je in een soort illusie van onsterfelijkheid.

    Hegel meent dat de kunst voorbij was bij de Romantische kunst. Hierin is de dood ook een heel belangrijk thema. De dood is voor iedereen een mysterie, niemand kan met zekerheid weten wat er komt na de dood, of er überhaupt wel iets volgt na de dood en als er iets is, wat dat dan zou kunnen zijn. Bovendien heeft de dood een sacraal karakter. Hegel zou in dit werk die thematiek dus zeker ook kunnen herkennen.

    Als we dan eerder vanuit het standpunt van Kant gaan kijken en het hebben over schoon of subliem zijn, zijn er twee denkpistes die me te binnen schieten. Het werk geeft me geen onrustig of verwarrend gevoel, dus zou ik eerder spreken van schoon. Dat is dan eerder gebaseerd op het uiterlijk van het werk want als ik de inhoud beschouw zou ik wel kunnen spreken over ‘tremendum’ (= beangstigend omdat het duidelijk groter is dan wij) en ‘fascinosum’ (= fascinerend). Dat is hoe Kant het sublieme beschrijft en die twee eigenschappen zijn de dood zeker toe te schrijven.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Sien haalt hier al aan dat de beelden van het skelet heel intrigerend zijn. Ik wil mij daar graag bij aansluiten, dus hier mijn bespreking van jouw werk.
    Een skelet wordt natuurlijk altijd meteen gekoppeld aan de dood, wat mij tot Hegel brengt.
    Wanneer Hegel in het begin van de 19de eeuw aankondigt dat de kunst voorbij is, roept dat natuurlijk veel vragen op. Hegel is van mening dat de geschiedenis een lineair verband is en op een gegeven moment zal eindigen in de volledige zelfbewustwording van de Geest. De Geest is een soort van bewustzijn. Alles wat menselijk is of door mensen gemaakt is (bv. kunst) is Geest. Het doel van de geschiedenis is dus de volledige zelfbewustwording van het bewustzijn zelf.
    Een van de belangrijkste stappen hierin is voor Hegel de kunst. Kunst is een demonstratie van waar de menselijke vrijheid toe in staat is. Er is namelijk Geest, maar langs de andere kant is er ook alles wat niet Geest is: de materie. In de kunst gebeurt er een soort van synthese tussen dat wat we zelf zijn en dat wat we niet zijn.
    Hegel erkent het belang van deze stap in het zelfbewustwordingsproces, maar hij zegt er ook meteen bij dat het al gedaan is met de kunst: de kunst heeft volgens hem gedaan wat ze kan doen en heeft ons dus niks meer te leren. Er mag nog kunst worden gemaakt, ze zal ons gewoon niks nieuws meer vertellen.
    Dit is een stelling waar natuurlijk heel veel tegen ingebracht kan worden, aangezien de kunst zich volgens mij toch opnieuw blijft heruitvinden en geen vastgeroest systeem is.
    Deze foto’s van het skelet vormen een logische link met de dood. Een kunstwerk dat de dood afbeeldt, kan geïnterpreteerd worden als een vorm van kritiek. Een kunstwerk dat de dood van de kunst zou uitbeelden, zou Hegels woorden enorm ontkrachten.
    De kunst wordt zich in wezen bewust van zichzelf en haar doelen en dus is ze voor Hegel afgerond. In die zin spreekt Hegel dus over de kunst die haar einde kent en dat einde aanvaard heeft, maar wanneer de kunst zelf haar eigen einde in beeld brengt, dan denk ik persoonlijk dat de kunst toch iets nieuws gedaan heeft.
    De kunst volgens Hegel is een projectie van de menselijke vrijheid die ertoe in staat is Geest en niet-Geest met elkaar te verenigen. Dat is het algemene en het toont zich in particuliere kunstwerken. In zeker zin zal dat altijd zo blijven, maar wanneer de kunst bewust die algemene machten probeert weer te geven, dan voel ik persoonlijk aan dat daar een andere beweegreden achter zit die nieuw is voor de kunst en haar toch tot een ander niveau verheft.

    BeantwoordenVerwijderen